MARC Record
Leader
001
002331166
003
BE-GnUNI
005
20230807095806.0
008
170404|2005||||ne |||||||||||||| ||dut|d
020
a| 9789021544076
040
a| Howest
084
a| 462.1
2| vsiso
100
1
a| Welling, Frouke,
d| ....-
0| (viaf)
245
1
0
a| Kinderen en slim zijn :
b| waarom slim zijn soms knap lastig is /
c| Frouke Welling.
260
a| Utrecht :
b| Kosmos,
c| 2005.
300
a| 160 p.
490
0
a| Lifetime
500
a| Opvoedkundige raadgevingen aan ouders van bovengemiddeld slimme of hoogbegaafde kinderen.
520
a| De laatste tijd horen we in de media veel over hoogbegaafdheid. Diverse definities worden door elkaar gebruikt en verschillende visies worden ontwikkeld. Dit boek wil duidelijkheid scheppen en maakt van bij het begin een duidelijk verschil tussen hoogintelligent zijn en hoogbegaafd zijn. De auteur spreekt van hoogbegaafdheid als er sprake is van een behoorlijke dosis creativiteit, een groot doorzettingsvermogen (motivatie) en een hoge intelligentie (IQ > 130). Creativiteit en motivatie zijn niet objectief meetbaar. Zijn die bijzondere creativiteit en motivatie niet aanwezig maar de hoge intelligentie wel, dan spreken we van hoogintelligent. Dit boek belicht de vele facetten van een hoge intelligentie. De definities van de verschillende begrippen worden aangevuld met kenmerken, de 'symptomen' waar ouders en leerkrachten op moeten letten om tijdig te ontdekken dat een kind hoogbegaafd is. Het is van het grootste belang dat dit zo vroeg mogelijk gebeurt. In de vele hoofdstukken komen de voordelen van een hoge intelligentie aan bod, maar ook de moeilijkheden die kind, ouders en leerkrachten kunnen tegenkomen. Zodra ouders weten dat hun kind hoogbegaafd is, kunnen ze volgens de auteur bij het kiezen van een school best de volgende vragen stellen: Heeft de school ervaring met hoogbegaafde kinderen? Hoe gaat de school om met kinderen die veel sneller leren dan de gemiddelde leerling? Kan het kind eventueel een groep overslaan als dat nodig is? Wordt het kind gestimuleerd om door te gaan als het veel sneller door de leerstof gaat dan de andere kinderen? En op welke manier organiseert men het structureel aanbieden van verrijkingsstof? Is er op school een afzonderlijke klas voor hoogbegaafden? Hoe werkt men samen met ouders van hoogbegaafde kinderen?
650
4
a| Hoogbegaafdheid.
852
4
b| HWSJS
c| SJS
j| SJS.BOEK.462.1
L| PBC
p| 2028535
920
a| book