Mens worden : een visie op persoonlijke groei.
- Type:
- boek
- Titel:
- Mens worden : een visie op persoonlijke groei.
- Jaar:
- 2000
- Taal:
- Nederlands
- Uitgever:
- Utrecht : Bijleveld, 2000
- Paginering:
- 316 p.
- Plaatsnummer:
- SJS.BOEK.607.3.ROGE.00 (SJS)
- ISBN:
- 9061312485
- Onderwerp:
- Psychotherapie
Rogeriaanse therapie - Samenvatting:
- Carl. R . Rogers (1902-1987) geldt als een der grote pioniers van de moderne psychologie, en hij mag met recht een figuur van historische betekenis worden genoemd. Na een studie klinische psychologie aan de Universiteit van Columbia begon hij zijn loopbaan als directeur van een begeleidingscentrum voor probleemkinderen in Rochester. Daarna volgden professoraten aan de universiteiten van Ohio, Chicago en Wisconsin. In 1963 stichtte Rogers het al snel beroemde Centre for the Study of the Person in La Jolla, Californi, waar hij zijn verdere leven actief zou blijven. Met zijn "cliënt-gerichte therapie" en zijn "non-directieve" behandelmethode bracht hij een doorbraak teweeg in de behandeling van psychische klachten en in de opvattingen omtrent de menselijke persoonlijkheid. In de visie van Rogers staan de drang naar vrijheid en zelfstandigheid van het individu centraal. Van belang daarbij zijn vragen zoals: wat betekent persoonlijke groei? - hoe kan men de medemens bijstaan in zijn, Streven naar zelfontplooiing? - wat zijn de voorwaarden voor een waarlijk constructief en creatief leven? Hiermee bleek Rogers de wegbereider van een ingrijpende mentaliteitswijziging in de wereld van psychotherapie, counseling, zielzorg en maatschappelijke hulpverlening. Hij wenste mensen met psychische problemen niet te bezien als patiënten die "beter" gemaakt moesten worden, maar als clinten die geholpen dienden te worden om zelf een eigen weg naar persoonlijke groei te vinden. Zijn authentieke en optimistische visie op de menselijke natuur heeft hij in zijn klassiek geworden hoofdwerk Mens worden te boek gesteld. Na een zeer openhartige autobiografische schets ontvouwt Rogers hier tot welke inzichten hij in zijn lange beroepspraktijk is gekomen. Aan allen die betrokken zijn bij opvoedingsvraagstukken en relatieproblemen biedt dit werk onverminderd inzicht en praktische inspiratie. Hoofdwerk van een van de grondleggers van de moderne psychotherapie, waarin hij blijk geeft van een, Wetenschappelijk zoekende en zelfkritische denkinstelling, naast een idealistische, positieve verwachting van menselijke groeimogelijkheden. Na een openhartige autobiografie omschrijft hij de voorwaarden waaronder in psychotherapie een helpende relatie kan ontstaan. De ontwikkelingen en veranderingen tijdens de therapie verlopen in een proces van zeven fasen, waarin het zelfbeeld en de zelfwaardering groeien, er meer ruimte komt voor creativiteit en men meer volledig volgens eigen mogelijkheden kan leven door vergroting van het open staan voor ervaringen en het vertrouwen in het eigen organisme. Het proces-gebeuren wordt zowel naar de eigen ervaringen als naar de wetenschappelijke objectiviteit beschreven en hij ontwikkelt een programma voor wetenschappelijk onderzoek. De consequenties van zijn visie voor het leren en voor het onderwijs, voor het gezinsleven en voor hulp bij communicatiestoornissen vormen het onderwerp van een apart hoofdstuk. Goede vertaling., Carl Rogers is met zijn client centered therapy (1951) een monument in de humanistische psychologie geworden. In dit boek uit 1961 werkt hij een antropologie uit die door haar nadruk op de persoonlijke vrijheid en drang tot zelfontplooiing niet alleen naadloos aansluit op zijn therapie, maar ook op de tijdgeest. Toen werden immers de fundamenten gegoten van wat men nadien de 'permissive society' is gaan noemen, waarin niet alleen de Rogeriaanse therapie, maar elke intersubjectiviteit 'non-directief' moest worden. Met alle nare effecten vandien. Nochtans is dat achteraf allemaal gemakkelijk gezegd. Het denken van Rogers c.s. mag niet afgedaan worden als een populaire modegril. In de eerste plaats was het een terechte aanval op het paternalisme binnen de hulpverlening, waar de therapeut de patiënt -- nog niet: clint -- 'beter' maakte in de zin van, aanpaste aan de eisen van de maatschappij. Het succesvolle ego van de therapeut zelf kon wellicht dienen als rolmodel. Rogers daarentegen, die bij Freud had gelezen dat net de cultuur en haar eisen de mensen ziek konden maken, vond dat therapie moest worden: aanpassen aan zichzelf, aan een innerlijke drive., Daar zit nu net de angel van Rogers' theorie: de stelling van een innerlijke kracht die om realisatie vraagt via zelfbepaling, autonomie. Het consequent doordenken van die autonomie -- zoals Sartre dat bv. deed -- loopt dood in een ondraaglijk pessimisme, ware het niet dat de therapeut steeds aan de zijde van u zelf staat. Geen wonder dat enkele jaren later elke Amerikaan een therapeut in de kast had! Het boek zelf is een heus document, leesbare wetenschap zoals Amerika dat halfweg vorige eeuw afleverde: perfect logisch opgebouwd, opgedeeld in hanteerbare brokken, gelardeerd met anekdotes en voorbeelden. Het eerste deel verhaalt Rogers ontdekkingen in de praxis -- waardoor we hem leren kennen als iemand die feilloos enkele culturele tendensen weet te onderkennen en diagnosticeren. Daarna worden die inzichten tot een coherent mensbeeld gegoten. Het laatste deel breekt een lans voor de positieve impact van de non-directieve interactie voor het gehele maatschappelijke leven en eindigt met enkele diepzinnige bedenkingen bij de menswetenschappen als dusdanig 'gedragswetenschappen' genoemd, Inhoudsopgave : EERSTE DEEL : Persoonlijk gesproken Hoofdstuk I - "Dit ben ik"-mijn ontwikkelingsgang als psycholoog en de groei van een persoonlijke filosofie TWEEDE DEEL : Hoe kan ik helpen Hoofdstuk II - Enkele hypothesen over het bevorderen van persoonlijke groei Hoofdstuk III - De kenmerken van een helpende relatie Hoofdstuk IV - Wat we weten over psychotherapie in objectieve en in subjectieve zin DERDE DEEL : Mens worden als proces Hoofdstuk V : Opvallende ontwikkelingen tijdens de therapie Hoofdstuk VI - Wat het betekent mens te worden Hoofdstuk VII - Psychotherapie als proces VIERDE DEEL : Een filosofie van de menselijke persoonlijkheid Hoofdstuk VIII - 'Dat zelf te zijn wat men waarlijk is". De mening van een therapeut over persoonlijke doelen Hoofdstuk IX - Hoe een therapeut "het goede leven ziet". De volledig functionerende mens VIJFDE DEEL : Op zoek naar feiten Hoofdstuk X - Mens of wetenschap? - een wijsgerige vraag Hoofdstuk XI - Persoonlijkheidsverandering in de psychotherapie Hoofdstuk XII - Clint-gerichte therapie en wetenschappelijk onderzoek ZESDE DEEL : Wat betekent dit voor het leven ? Hoofdstuk XIII - Persoonlijke gedachten over onderwijzen en leren Hoofdstuk XIV - Creatief leren in therapie en onderwijs Hoofdstuk XV - Student-gericht onderwijs - De beleving van een deelnemer Hoofdstuk XVI - De invloed van clint-gerichte therapie op het gezinsleven Hoofdstuk XVII - Wat kunnen we doen aan communicatie-stoornissen tussen mensen en groepen Hoofdstuk XVIII - Voorlopige formulering van een algemene wet betreffende tussenmenselijke relaties Hoofdstuk XIX - Naar een theorie over creativiteit ZEVENDE DEEL : De gedragswetenschappen en de mens Hoofdstuk XX - De groeiende macht van de gedragswetenschappen Hoofdstuk XXI - De plaats van de mens in de nieuwe wereld van de gedragswetenschappen
- Permalink:
- http://bibtest.howest.be/catalog/hws01:001930436