Het spionnenhandboek.
- Type:
- boek
- Titel:
- Het spionnenhandboek.
- Jaar:
- 2004
- Taal:
- Nederlands
- Uitgever:
- Amsterdam : Van Goor, cop.2004
- Paginering:
- 143 p. : ill.
- Plaatsnummer:
- SJS.BOEK.622.1.BREN.04 (SJS)
- ISBN:
- 9000035619
- Samenvatting:
- In Het spionnenhandboek kun je lezen hoe je het beste een spionnenclub kunt oprichten, hoe je kunt zien wanneer iemand liegt en hoe jezelf effectief kunt liegen. Ook de technische aspecten van het spioneren komt aan bod: hoe je afluisterapparatuur kunt maken en hoe je een goede val kunt zetten. En je komt bovendien een hoop te weten over de geschiedenis van spionage en over de rol die sommige spionnen in de geschiedenis hebben gehad. Een handleiding voor kinderen, die graag spion willen worden. Er wordt verteld op welke wijze je een spionnenclub opricht, hoe je kunt zien of iemand liegt en hoe je dat zelf effectief kunt doen; je leert geheime berichten rondsturen, gesprekken afluisteren, zelfs bargoens spreken en verstaan. Ook de technische aspecten komen aan bod: afluisterapparatuur maken, vallen zetten en het gebruik van lichaamstaal. Tevens komt een stukje geschiedenis aan de orde en de rol die sommige spionnen gehad hebben. Het handboek is geestig en goed leesbaar geschreven; de bladspiegel, is vrij vol, maar overzichtelijk en de tekst wordt ondersteund door zwartwitte pentekeningen van verschillend formaat. Kinderen die graag anderen bespioneren, geheime berichten versturen of elkaar stiekem afluisteren, hebben vanaf nu hun eigen standaardwerk: Het spionnenhandboek. Het allereerste hoofdstuk begint in mineur; de auteur somt een aantal termen uit het vakjargon van spionnen op, maar de strikte opsomming komt te sterk theoretisch over. Interessanter en leesbaarder zijn de hoofdstukken over sterke verhalen van bekende en minder bekende spionnen of allerhande anekdotes uit het spionnenbestaan. In korte, eenvoudige hoofdstukken belicht de auteur een aantal basisbegrippen voor de jonge en iets oudere spion, zoals lichaamstaal, het veranderen van je uiterlijk, de perfecte methode om iemand te schaduwen, het ontwerpen van een codetaal of het uitkiezen van de dead-drop (een plek waar spionnen berichten achterlaten voor elkaar). Soms laat de auteur zich te sterk leiden door zijn enthousiasme, waardoor bepaalde spionagemethodes nogal hoog gegrepen zijn voor de doelgroep (9+). Het achtervolgen van een target doorheen het ganse land (via trein, bus en liften) of het binnendringen in huizen van slachtoffers lijken spannende activiteiten, maar zijn in realiteit niet haalbaar voor kinderen. De auteur beschrijft deze onderwerpen echter met zoveel verve en moedigt jongeren sterk aan, waardoor niet alle kinderen de grens tussen realiteit en fantasie zullen herkennen. Verder sluit de inhoud van dit boek perfect aan bij de leefwereld van vele kinderen, en het oefent een sterke aantrekkingskracht uit: welk kind wil niet eens graag spion zijn? Niet enkel de inhoud, maar ook de stilistische aspecten van dit boekje zijn erg interessant: de korte hoofdstukjes verlenen het boek vaart, en de spannende manier van schrijven zorgt voor een creatief en verrassend geheel. Het spionnenhandboek is aangenaam en makkelijk leesbaar, de jonge spion kan er urenlang naar hartelust in grasduinen.
- Permalink:
- http://bibtest.howest.be/catalog/hws01:001930997